Reunited

Quick won vandaag van Bloemendaal. Hieronder een verslag van de wedstrijd die ik graag had willen leiden.

Just an Illusion

Mart is te laat. Zijn telefoon (en daarmee ook de mijne, …) gaat niet over (…maar dat is logisch; ik bel hem tenslotte), schakelt meteen door naar voicemail. Ik verzamel verwijten en strooi ze in een of andere hoek. Dat ik krachttermen gebruik, misstaat me. De boosheid is gemaakt, hypocriet en misplaatst, als optimisme over Zami-cricket op Quick. De Jas luistert mee. Hij kijkt zoals hij normaal gesproken pas na het ledigen van drie jugs bier kijkt. Zijn ogen zijn dichtgeknepen, gelijk mijn billen voor wat gaat komen. Voor hem is vriendschap ook elkaar geen nodeloze verwijten maken. Over tijd nota bene. “Zoals kou een emotie is, is tijd verzonnen door control-freaks. Opdat ze zich ergens aan vast kunnen klampen. Als lemmingen aan de rand van de afgrond. Ik ken ze, heb ze tweemaal daags bij mij in de bus. Om kwart over acht stappen ze in, richting Station DH Mariahoeve. En om 17.07 uur gaat de hele verzameling semi-autisten weer terug. Maar jij? Ik had niet verwacht dat jij over een paar minuten meer of minder zou vallen.” Ik sta – als slakken, die er wel meer dan 25.000 kunnen hebben – met een mond vol tanden en verleg de aandacht.

Terwijl Mieke knuffels uitdeelt maar de grootste – een olifant – zelf houdt, grimast Zami Lara zich door een broodje kroket heen. Het vet was nog niet aan maar er lag er nog één van gisteren.

Twee dagen terug dronken we bier in Rootz at The Harbour, gevestigd in een oude visafslag aan de Scheveningse haven. Thijs – ik noem hem graag 2.0; als iemand een opvolger verdient is het Marco wel – zette Just an Illusion op, van Imagination. Ik herinnerde me dat ik de elpee kocht en op 45 toeren draaide. Iemand, was het Jasper?, viel van zijn barkruk. Tor raakte via hun entourage in gesprek met twee vrouwen, Mart schatte de beproefde tactiek op waarde, Chuff rookte alsof zijn leven ervan afhing.

Somesh appt. Hij is een kwartiertje later.

Hans zwaait ons uit. We vertrekken zonder Mart. Ook zijn vriendin, in een parallel universum de ideale schoondochter, neemt niet op.

Duif

Mieke heeft onderweg bijna een eend, de auto, aangereden om te voorkomen dat ze een eend, het dier, doodreed.

Spelers kunnen zich met drie tegelijk verkleden, precies zo groot is de kleedkamer.

Umpires staan met elkaar te praten. Ik schuifel op hen af voor gebruikelijke prietpraat. “Druk op de weg? Zo.” En: “Daar hebben wij vorige week tegen gespeeld. Die coach is wel aardig maar verder is het niet veel. Net als vorig jaar eigenlijk. Oh, je bent lid van Dosti?” En: “Ik stuur Mieke zo wel even bij jullie langs voor de kaartjes. Heeft ze al gedaan. Goed.” In de blik van de kleinste, stille umpire lees ik verwarring. ‘Wie is deze man? Wat ruik ik nou toch joh? Zou hij de vader zijn van die wankele openingsbowler? Die heb ik vandaag trouwens nog niet gezien. Nou ruik ik het toch nog!’

Mieke loopt met een volle cappuccino tegen een raam aan. Koffievlekken vormen een duif.

Touwtje uit de brievenbus

Marco is als laatste op het veld en eist met een grimmig “Ik ben de bowler!” meteen de bal op. Normaal opent Farshad de aanval maar die heeft vandaag filmopnames.

Stefan neemt plaats achter het wicket. Dat Nolan ooit “You’re not a keeper” tegen hem zei, heeft hij van zich af laten glijden.

De wedstrijd is in evenwicht. Zij maken nauwelijks runs, wij nemen geen wickets. Het is dertig graden in de schaduw maar De Jas houdt zijn trui aan, omdat Marco en Henk dat ook altijd doen.

Paul Zwartjes krijgt voor het eerst in zeven jaar de bal. Hij bowlt achteloos, als een touwtje uit de brievenbus. Spinners worden aangezet. Het werkt. Chuff zoekt en vindt zijn innerlijke Ome Joop. Hij appelleert met “Wat is er joh?!” in plaats van het meer gebruikelijke ‘How is that?’ Bij “Not out” reageert hij met “Nee nou wordt ie mooi!”, iets dat hij overigens maar één keer hoeft te doen. Samen met 2.0 (waarom die in het tweede speelt weet niemand, maar het is wel gezellig) neemt hij acht wickets. De thuisploeg is maar met negen en all out voor precies honderd runs. Toch nog.

Zompig

Bob is teleurgesteld dat hij niet mocht bowlen. Voorafgaand aan het seizoen had hij zijn ambities nog zo duidelijk uitgesproken. “Ik wil de vaste spinner van Quick II worden, zonder de bal te spinnen.”

‘De schnitzel. Op zich goed vlees. Maar niet krokant genoeg gebakken. Ik denk dat de pan nog niet warm genoeg was, waardoor de gepaneerde vleesplak een wat zompige indruk maakte. Tip: gebruik een volgende keer eens roomboter. Sauzen oké, brood lekker vers. Al met al een dikke zeven.’ Condor laat voedselkritiek na in het gastenboek van United.

Timed out  

Op weg naar de overwinning verliezen we twee wickets.

Daan gaat lbw terwijl ik op een tosti kaas en een Wiener melange sta te wachten. “Hoe ging het Daan?” “Best lekker gebat man.” “Nice. Hoeveel runs had je?” “Acht.”  

Zami Lara gaat timed out. Hij komt na vier schnitzels, met saus, bij de lunch zijn stoel niet meer uit. Ter verdediging: de stoel is diep als reserves van een Zwitserse bank.

Tor (53*) en Stefan (26*) tikken de pot binnen. Het meest opzienbarend aan de battinginnings van Quick is de entree van Mart. Zeven runs voor het einde, het loopt al tegen de avond, wandelt hij het terrein van United op, als een Vlaamse reus die zijn keutel probeert in te trekken. De Jas zegt niets. Hij is zichtbaar tevreden.

Voor de goede orde: Quick II wint met acht wickets van United.

Cannelloni

Pas na afloop van de wedstrijd ontdekken we dat we met dertien man hebben gespeeld.

De Jas wil dat we in een kring gaan zitten drinken.

In de auto, op weg terug naar Quick belt Somesh zijn vriendin. Zij vertelt wat ze gaan eten vanavond. Verse cannelloni gevuld met ricotta, Parmezaan en spinazie, een stevige tomatensaus en een beetje kaassaus en dat allemaal gegratineerd in de oven. De Jas zit op de achterbank. Zijn ogen staan op een kier. In zijn armen wiegt hij een vijfliterjug.  

 

Cricket nieuws Overzicht