Quick I, een terugblik
Het was een lang seizoen, dat duurde van eind april tot en met begin september. Bij elkaar opgeteld werden in 2 competities 26 wedstrijden gespeeld. De Twenty20-finale (en daarmee een kans te promoveren naar het hoogste niveau waarop de belangrijkste spelvorm gespeeld wordt) ging verloren. De eendaagse-finale (en daarmee een kans te promoveren naar de Topklasse) ook. In beide gevallen was Hermes DVS sterker.
Twee coaches domineerden, maakten gezamenlijk acht centuries. Isabel van der Woning zorgde voor een novum: de eerste vrouw in Quick I in een eendaagse. Faas Keppel en Ubaid Ahmadzai verwierven zich een plek in de eerste elf. Oudgedienden wilden van geen wijken weten. Scorers bleken dun gezaaid. Hieronder wat cijfers en letters, gebaseerd op Match Centre en Excel.
Hoofdklasse T20
Het team
Gelet op het aantal gespeelde wedstrijden was dit het Twenty20-team van Quick: Imran Khan, Cameron Jackson, Beckham Wheeler-Greenall, Govert Trappenburg, Ubaid, Lesley Stokkers, Daan Vierling, Tim Versteegh, Henk Mol, Geert-Maarten Mol en Jeroen Brand. Twaalfde man is Bob van Gigch. Imran, Cameron en Beckham speelden alle wedstrijden.
De wedstrijden
Quick speelde negen wedstrijden en verloor alleen van Bloemendaal en Hermes DVS. Het hoogste totaal was 194/3 tegen Kampong, het laagste 80 (maar dat was een T10; de finale tegen Hermes DVS). Zes keer werd een totaal verdedigd (116 was wat dat betreft het laagste), één keer een totaal (114/9) gepasseerd. Alleen van Kampong werd twee keer gewonnen.
Batten
Cameron oversteeg iedereen met 491 runs, een hoogste score van 108 tegen Dosti, 4 halve centuries, een gemiddelde van 54,56, een strike rate van 165,88, 23 zessen en 49 vieren. Beckham maakte 154 runs, Ubaid 134. Bob had een gemiddelde van 39 en een strike rate van 150. Imran had de hoogste strike rate (177,78), Tim evenaarde wat dat betreft Bob.
Bowlen en fielden
Tim was de beste bowler met 15 wickets, 4/16/4 tegen VVV, een wicketgemiddelde van 9,33, een economy rate van 5,6 en een strike rate van 10. Cameron had het beste wicketgemiddelde (3), bowlde het zuinigst (economy rate van 3) en had samen met Rogier Rooda de beste strike rate: 6. Imran nam 12 wickets en bowlde na Cameron het zuinigst (economy rate van 4,75). Cameron maakte 11 slachtoffers, Daan pakte 8 vangen.
Hoofdklasse
Het team
Gelet op het aantal gespeelde wedstrijden was dit het eendaagse-team van Quick: Daan, Cameron, Beckham, Ubaid, Henk, Jeroen, Faas, Geert-Maarten, Tim, Govert en Imran. Twaalfde man is Bob. Alleen Daan speelde alle wedstrijden.
De wedstrijden
Quick speelde 17 wedstrijden, bleef de 1ste 8 potjes ongeslagen en verloor vervolgens van Bloemendaal, Hermes DVS (3 keer) en Kampong. De hoogste totalen waren 395/6 tegen Dosti en 392/3 tegen Kampong, het laagste 114 tegen Kampong. Tegen Rood en Wit werd een totaal van 353/6 gepasseerd, de hoogste chase ooit door Quick. Zeven keer werd een totaal verdedigd, vijf keer een totaal gepasseerd. Wat de verloren wedstrijden betreft wisten Hanen vier keer hun totaal niet te verdedigen en werd één keer tevergeefs tegen een totaal op gebat. Van Dosti, Kampong en Rood en Wit werd twee keer gewonnen.
Batten
Cameron maakte 916 runs, met een gemiddelde van 65,43 en een hoogste score van 223 tegen Kampong. Hij produceerde meer hele (4) dan halve (3) centuries.
Beckham maakte 789 runs, met een gemiddelde van 65,75 en een hoogste score van 136 tegen Hermes DVS. Hij produceerde evenveel hele als halve centuries: 3.
Lesley had na de coaches het beste gemiddelde: 44,57 (312 runs, hoogste score 80 tegen Rood en Wit, 3 halve centuries). Daan had na de coaches de meeste runs: 431 (met een gemiddelde van 26,94, een hoogste score van 96 tegen HCC II en 2 halve centuries, waaronder 1 in de finale, toen het er echt om ging dus).
Zeker het vermelden waard zijn de gemiddeldes van Henk (37,5) en Jeroen (36,17). Henk maakte 225 runs, met een hoogste score van 51* in de finale tegen Hermes DVS. Jeroen had 217 runs en produceerde 3 halve centuries, waarvan de 62 in 28 ballen tegen Rood en Wit Haantje de Foortse-waardig was. Govert maakte een halve century tegen Dosti.
Bowlen en fielden
Henk nam de meeste wickets (22) en was de enige bowler met een economy rate onder de 4 (3,93). Rogier had het beste wicketgemiddelde (15) en de beste strike rate (18). Beckham (economy rate 4,29) en Jeroen (economy rate 4,93) namen net 1 wicket minder dan Henk. Geert-Maarten (6 wickets) was na zijn broer het zuinigst (economy rate van 4,04), Imran (16 wickets) is in dat klassement 3de (economy rate van 4,07). Govert (14 wickets, economy rate van 4,36) bowlde 5/30/8.3 tegen Kampong. Cameron maakte 26 slachtoffers, Ubaid 12, Jeroen had van de fielders de meeste vangen (10).