Ravijn

Quick won donderdag van VCC. Hieronder een verslag.

De jaren negentig van de vorige eeuw waren bij uitstek een gelegenheid voor wansmaak. We spaarden flippo’s en slikten de muziek van DJ Paul Estak.

Tussen bedrijven door debuteerde ik voor Het Ravijn. De uitwedstrijd tegen Polar Bears was van levensbelang, waarom of waarvoor weet ik niet meer. Terwijl er genoeg talentvolle dames – Stefanie en Timmie bijvoorbeeld – in het tweede speelden, kozen ze mij. Ik mocht vandaag de ezel zijn, zo voelde het. Als ik van verjaardagen had gehouden, had ik me jarig gevoeld.

Ik had een kleedkamer voor mij alleen. De dames adviseerden me een toque te dragen. “We spelen waterpolo, geen cricket”, schamperde ik. Maar ik heb het geweten. Al na vijf minuten moest ik geblesseerd naar de kant. Blauwe ballen, constateerde de verzorger – een man met een snor waar Ted de Braak jaloers op zou zijn geweest. We verloren met 7-4. Ik werd nooit meer opgeroepen voor de dames. Van de mannen van het team met wie ik normaal gesproken speelde, kreeg ik paardrijlessen cadeau. En een Candy. Typische waterpolohumor.

Batten

Isabel speelt voor Lesley. Ze debuteert en is daarmee de eerste vrouw voor Quick in een wedstrijd van vijftig overs. Haar prestaties met het tweede tegen Rood en Wit II rechtvaardigen de keuze. ‘On merit’, noemt Henk het. Daan wint de toss en kiest batten. Karel scoort. Er zijn tosti’s en ze worden nog gebakken ook. Dat het net even wat langer duurt omdat het apparaat op moet warmen, is acceptabel als statiegeld. Bob verspreidt portofoons. Ellie Lust geeft een presentatie over etherdiscipline. Drie is het kanaal waarop we elkaar kunnen spreken. Ik zap door naar zeven. Een vliegtuig van Transavia vraagt of het mag landen. Op kanaal acht vraagt B2 wat ik zeg. “Dat we gaan batten. Batten!” “Ik heb geen zin om te racletten.” Zo komen we de dag wel door.

Voor het eerst dit seizoen maken de coaches geen – nou ja, weinig – runs. Daan (33) en Ubaid (23) brengen de stand op 59/1. Geert-Maarten (15) heeft net als tegen Rood en Wit een start. Terwijl het veld loopt als een kievit, is het wicket veeleisend. Als Mieke op een slechte dag. Jeroen (51*) en Bob (22) bijten zich vast met een partnership van 62 voor het 6de wicket. Ik loop een rondje met Lesley. Hij lijkt me een goede coach. Vooral op mentaal vlak. Henk (7* in 6 ballen) blijft ongeslagen. Ons totaal (204/6) is verdedigbaar, als een ten onrechte beschuldigde.

De lunch is heel geel. Een romanticus, het zal Julius wel geweest zijn, hoopt op een vang van Beckham op het bowlen van Isabel, de Romeo en Julia van het Nederlandse cricket. Ik los Karel af.

Bowlen

Tot en met 84/7 wijst alles op een vlotte overwinning. Stijn de Leede wordt gevangen op nul. Hij loopt teleurgesteld weg, beseft dan dat het een no ball was, rent terug en gaat alsnog run out. Er is overleg tussen umpires, die eerder al moeite hadden met een caught behind. Alsof ze een meloen moesten doorslikken, zou Gert-Jan Segers ervan maken. Na rijp beraad gaat de vinger omhoog. De aftocht van De Leede gaat gepaard met de opkomst van een man met laptop. Nee, het is niet onze non-playing coach. Van boven bekeken vertoont hij gelijkenis met Hans Liberg. Zijn kledingsmaak, een jaloersmakend dikke trui – oh, wat heb ik het koud – maar ook een legging voor mannen, is discutabel als het verhaal dat hij komt halen. Gemoederen worden tot bedaren gebracht. Daan strijkt de hand over zijn captainshart. De Leede krijgt een tweede kans. En benut die ten volle. Voorburgse talenten brengen de stand naar 173/8. Als het niet zo koud was, zou ik het nog kunnen waarderen ook. Een nederlaag is opeens mogelijk. Het lijkt erop dat we ons in slaap hebben laten sussen. Of in de luren hebben laten leggen. Als Nederlandse voetballers in de WK-finale van 1974. Zijn we er dan toch ingetuind?

Zover komt het niet. We winnen en verliezen tegelijkertijd. Imran (2/20/8.3) valt namelijk geblesseerd uit. In een wedstrijd die misschien wel twee uur langer duurde dan nodig. Lichtpunten zijn er gelukkig ook: een goede reflexvang van Jeroen (0/24/7), prima bowlen van Geert-Maarten (2/4/4), opnieuw een wicket voor Julius (1/16/5), het biertje na afloop en natuurlijk de eerste overs van Julia, ik bedoel Isabel (0/22/5).

De terugkeer in de moederschoot brengt ons wijs bedoelde woorden van het orakel van Krakau. We vieren twaalf punten uit zes wedstrijden. Op gepaste wijze, want zaterdag wacht Kampong. Met Mieke en thuis, ik kijk ernaar uit.  

 

 

Cricket nieuws Overzicht