Totems

Quick won zaterdag van Rood en Wit. Hieronder een verslag.

In het album Twee toffe totems doen Lambik en Jerom een wedstrijdje ‘wie er het eerst is’ met Suske en Wiske. Wie waar het eerst is? Bij de heilige totems van de titel, die antwoord kunnen geven op de vraag of jong of oud de wereld zal verbeteren. Lambik – “Is daar iemand?” “Nee.” “Oh gelukkig, dan is het goed.” – leidt de jeugd om de tuin door een wegwijzer om te draaien. Jerom, de vleesgeworden deus ex machina, zorgt ervoor dat Wasik-Maral en Wasik-Nogmar (de namen van de totems, Willy Vandersteen was subtiel als Remco van der Veen) herenigd worden. De moraal van het verhaal is dat jongeren en ouderen elkaar nodig hebben. Kleffe hap ja. En nu het toch kan: over Jerom wil ik graag nog even kwijt dat ik hem de saaiste, onbenulligste, fantasielooste stripfiguur ter wereld vind. Aller tijden. Plat, eendimensionaal. Zelfs de strippers van Club Live waren vindingrijker. Zo, genoeg nu.  

Jong

Julius speelt voor Faas en Tim. Daan wint de toss. We gaan batten. Beckham (85) heeft een partnership van 44 met Daan (14) en houdt de innings bij elkaar. Hij is het touw om de rollade. De verbinder die veel bestuurders willen zijn. Een oude reclame voor echte boter.

Oud

Lesley en Geert-Maarten spelen voor Sumeet. Henk vraagt of we voor de wedstrijd een minuut stilte kunnen houden. De kippen van zijn buurman en collega, de andere – Poolse – technisch commissaris, zijn door een vos van het leven beroofd. Nadat emoties zijn geluwd, draagt hij 18 runs bij aan een partnership van 37 met Beckham. Lesley (28 in 25) gaat off the mark met een zes en domineert zijn samenzijn met het Nieuw-Zeelandse talent (45 runs voor het 5de wicket). Geert-Maarten (10), Bob (13*) en Imran (11* in 6) leveren nuttige bijdragen. We gaan lunchen met een verdedigbaar totaal.

Lunch

Salades van divers pluimage. Niks met kip gelukkig. Somesh appt. ‘212 genoeg op dat veld?’ ‘Wordt spannend. Zij hebben ook coaches.’

Oud

Imran (1/50/10) is duur voor zijn doen, Jeroen (2/25/10) compenseert van de andere kant. Henk (1/26/10) draait zijn overs af alsof de tijd heeft stilgestaan en breekt een belangrijk partnership. Er is voor beide partijen lang niet veel aan de hand en van alles mogelijk.

Jong

Cameron pakt drie vangen achter het wicket, Beckham (1/40/8) wordt in de aanval betrokken. Op een volgens mij best spannend moment maakt Julius (1/24/4), hij speelde twee jaar terug voor het laatst een potje in het eerste, zijn rentree in onze aanval. Zijn eerste over is duur, elf runs tegen, maar hij herstelt zich. Met het wicket van een van de coaches als hoogtepunt.  

Oud

Geert-Maarten (1/39/8) weet de run rate binnen de perken te houden en pakt een goede vang. Imran en

Jong

Beckham bowlen het uit. Ongemerkt – als ouder worden of ademhalen – is Rood en Wit in de richting van ons totaal gekropen. Sterker: ze hoeven er nog maar twintig, uit vijftien ballen. Het scorebord valt uit. De scoorster naast me kookt over. Ik wil het gas indraaien maar kan de knop niet vinden. Run outs (door Beckham en

Oud

Lesley) brengen ons terug in de wedstrijd. Imran bowlt de laatste over. Op batsman nummer elf van de thuisploeg. Die net nog een zes sloeg. Rood en Wit heeft acht runs nodig voor de overwinning. Het lukt niet. Imran staat slechts één run toe. En dan is er nog een bye. Quick wint met vijf runs en blijft ongeslagen. Maar net als tegen VVV lagen we op het randje.

Jong en oud

Er is eten, Rood en Wit voorziet ons van drankjes. De zon schijnt. Ik hoor fantoomgesprekken in mijn rechteroor. Cameron vertelt dat de wedstrijd tegen Kampong een leuke wordt. Maar eens moeten we nog naar VCC. Of moeten, mogen. Potjes op donderdag en zaterdag, dat komt alweer aardig in de buurt van een dubbel weekend. Gelukkig maar. Ik sluit de zaterdag af in het gezelschap van oude, zich jong voelende vrienden.

Cricket nieuws Overzicht