Kiraku

Een van de lekkerste gerechten die ik ooit at, is de Tuna Avocado Salad, bij Kiraku, aan de Toussaintkade. De ‘starter’ telt vijf ingrediënten: tonijn, avocado, komkommer, daikon (een milde witte radijs met de vorm van een grote wortel) en ‘special wasabi sauce’. Het voorafje smaakt niet alleen alsof er, zoals mijn moeder (en die had het weer van Patricia Paay) wel eens zei, een engeltje over je tong piest, het is ook kunstig in elkaar gezet.

Ik at de Tuna Avocado Salad slechts twee keer in mijn leven. Met een zweetsnor van ongemak – veroorzaakt door hopeloos gepruts met stokjes, waarmee ik het zorgvuldig opgebouwde voedseltorentje binnen mum van tijd vakkundig sloopte – genoot ik van een geraffineerd samenspel van smaken en texturen. In beide gevallen was Somesh disgenoot, de laatste keer gingen we na afloop met Edgar en Henk naar Café de BieB. Daar was het zeker net zo leuk als in La Rumbantela, waar ik afgelopen vrijdag rondhing.

Het was andermaal een bewogen cricketweekend in ons dorp: HCC ZAMI 3 ging onderuit tegen Quick ZAMI 1 en Quick II won van Qui Vive II. Hieronder een verslag.

Zaterdag 11 juli: HCC ZAMI 3 – Quick ZAMI 1 0 – 2

La Rumbantela is een naast De Paap gevestigde Latin Club. Je moet voordansen om er binnen te komen. Ik slaagde met vlag en wimpel. Niet verwonderlijk, mijn oma heette Spaans van haar meisjesnaam.

Met heupen die liegen om bestwil en knikkende knieën arriveer ik op De Diepput. Traditiegetrouw sla ik direct na binnenkomst linksaf, daar waar ik ooit Corona dronk met Huite. Met enige distantie aanschouw ik het batten van Loet (34) en Tim (66). Pas dan zie ik ze zitten, niet voor de kleedkamer maar voor het clubgebouw.

Na een opening van 98 brengen Dick (49*) en extra’s (32) ons naar een totaal van 211/6. Michiel van Oosterzee, hij doet me vaak aan acteur Dirk Zeelenberg denken, neemt vier wickets.

Terwijl oude tijden herleven – meer toeschouwers dan spelers – maakt Quick zich na een machtige lunch op voor de tweede innings. Aandacht verslapt, zowel in als buiten het veld, als spieren na het slikken van Diazepam of Tramadol. Midas Walhain, hij doet me vaak aan Midas Walhain denken, krijgt een herkansing van onze wicketkeeper en grijpt die aan om de wedstrijd spannend te houden. Loet moet om 17 uur weg, maar neemt voor die tijd nog wel mooi even drie wickets. Iemand, ik wil alleen over hem kwijt dat hij een Oost-Europees Messiascomplex heeft, doet iets wat ik hem zelden eerder zag doen: vangen missen. Niet één, niet twee, niet drie, maar vier. Waarbij de eerlijkheid me gebiedt te schrijven dat hij van één van die vier een vang maakte. Maar toch. Ontreddering en hoongelach gaan hand in hand. Alleen Condor weet nog enig raffinement op te brengen: de schouders schudden lichtjes, de grijns is onderdrukt, als slaven… oké, laat ik die kant maar niet op gaan (#BLM). Nederland gaat slecht om met zijn sporthelden, blijkt eens temeer. En ik doe daar met een welhaast satanisch genoegen aan mee, iets waar ik niet per definitie trots op ben maar dat groter is dan mezelf. Tegelijkertijd denk ik in stilte aan een wedstrijd op en tegen Excelsior’20, waarin ik om en nabij tien vangen miste. En het erge is: ik zou het zo weer doen.

Omdat Hue, een sympathieke Australische pianostemmer met wie Dick grootse plannen heeft voor op de platte kar, en Daan, die niet alleen zuinig bowlt maar ook het wicket van Midas neemt, het hoofd koel houden en zich onttrekken aan het festival der gemiste kansen, wint ZAMI 1 met dertig runs. De afdronk is, als altijd op HCC, helder en heerlijk. Maar daar kan Boudewijn van der Ark, natuurlijk mag hij niet ontbreken bij de parade der kampioenen, misschien beter eens een stukje over schrijven.

Zondag 12 juli: Quick II – Qui Vive II 2 – 0

De ochtend is een onbarmhartig tijdvak voor bezoekers van De Kleine Witte. Geen Samaritaan te bekennen om bij uit te huilen, maar Ab doet alles waar ik niet aan toekom en dat is zoals je begrijpt alles. Mieke drinkt ijsthee met een rietje. En dan is daar Tuna. Zijn aanwezigheid is allesomvattend, niemand kan om hem heen, ook ik niet dus.

Qui Vive wint de toss en wil batten. Via 109/4 (vier wickets voor Kasimir Rispens) en 148/6 eindigen Amsterdamse expats op een totaal van 150. Casper Dekeling bowlt 3/28/8, Abhi (2/0/0.5) neemt staartwickets, Sumeet (1/23/8) en Daniel (0/23/8) zijn zuinig. Toch is er nog wel iets voor verbetering vatbaar: vijftig wides…  

Na een degelijke lunch, met dank voor de flexibiliteit van de keuken, loop ik een rondje met Tuna en laten vooral Sumeet (56*) en Lucas (68*) schitterend batten zien. In slechts 130 ballen passeert Quick het totaal van Qui Vive. Waarmee de eerste overwinning van 2020 een feit is. Omdat ook Quick I wint, is er sprake van een ongekend succesvol cricketweekend van Hanen.

Komende zaterdag speelt ZAMI 1 uit tegen Excelsior. Quick II gaat op bezoek bij VRA. Starttijden zijn respectievelijk 13.30 en 12 uur.