Quick I

Quick I speelde 6 wedstrijden, won 2 keer, staat 9de en gebruikte 18 spelers.

5 spelers speelden alle wedstrijden: Rupert Young (inmiddels terug naar Nieuw-Zeeland), Geert Maarten Mol, Thijs van Schelven, Daan Vierling en Sumeet Diwan.

50% van de toe nu toe ingezette spelers is eigen kweek.

De overige 50% heeft de volgende landen van herkomst: India (3), Afghanistan, Zimbabwe, Namibië (2), Australië en Nieuw-Zeeland.

Rupert maakte de meeste runs (212) en heeft de hoogste score (115 tegen ACC).

Rupert (50 tegen Dosti) en Jean Bredenkamp (55 tegen HCC; speelde eenmalig mee, woont en werkt in Noorwegen) maakten halve centuries.

Jean heeft het beste gemiddelde (55).

Geert Maarten, Thijs en Rupert pakten de meeste vangen (5).

Thijs bowlde de meeste overs (53) en maidens (7) en heeft de beste economy rate (3,62).

Geert Maarten kreeg de meeste runs tegen (201) en pakte de meeste wickets (9).

Daniel Mason heeft het beste wicketgemiddelde (17) en de beste strike rate (15).

Prathamesh Dake heeft met 3/26/9 tegen Dosti de beste cijfers.

Quick II

Quick II speelde 5 wedstrijden, won 3 keer, speelde een tie, staat 3de en gebruikte 24 spelers.

Alleen captain Somesh Kohli speelde alle wedstrijden. Hij maakte ook de meeste runs (213) en al drie halve centuries.

Stefan Ekelmans (114* tegen HBS II, meteen de hoogste score) en Abhi Gill (100* tegen Olympia) scoorden centuries. Stefan sloeg ook nog een halve century en heeft het hoogste gemiddelde (185).

Tim Versteegh pakte zowel de meeste vangen (3) als de meeste wickets (9).

Somesh bowlde de meeste overs (30) en kreeg ook de meeste runs tegen (130).

Pieter Groenewald en Daniel Mason bowlden de meeste maidens (3), Daniel heeft ook de beste economy rate (1,83).

Edgar Schiferli heeft het beste wicketgemiddelde (4,6), de beste strike rate (8,4) en de beste cijfers (5/23/7). Naast Edgar hadden ook Tim en Somesh 5-wicket-innings.